Ap Woudstra ~ voorzitter

Inmiddels woon ik al 35 jaar aan de Meinweg, aan de rand van het Flinke Ven. Meteen verliefd geworden op dit gebied dat eigenlijk een identieke biotoop is als de Brunssummerheide alleen veel, veel groter. Maar ook hier heb ik in de loop der decennia zaken sterk achteruit zien gaan. Adders of Gladde Slangen, maar ook hagedissen die je vroeger spontaan tegenkwam zie ik veel minder terwijl ik er toch dagelijks uren vertoef. Salamanders, (w.o. kamsalamander) waren in het begin massaal in bepaalde poelen te vinden zijn daar nu niet meer te vinden vaak door een verdroogde voortplantingspoel. Dat laatste, de verdroging, is iets wat de laatste jaren zwaar ingrijpt. De droogte is funest voor deze zanderige contreien.

In 2015 dongen wij mee met een door IKL uitgeloofde prijs, het winnen van een “landschapsdroom”; wij hadden inderdaad een droom, namelijk geef het Flinke Ven terug aan de natuur, vernat het inmiddels uitgedroogde gebied en herstel de natuur, zorg dat overgebleven agrarische activiteiten meer natuurinclusief worden, meer in balans met de mogelijkheden die het gebied “van nature” heeft.

Beste belangstellenden,

Als kind ben ik opgegroeid in Heerlen, op de Heksenberg pal naast de Brunssummerheide, voor de chauvinisten onder ons de “Heksenbergse” heide,

Na school gingen we vaak naar de heide, urenlang “streupen”, zeker bij mooi weer, op onderzoek, hutten bouwen, het moeras in bij de Rode Beek, in de zomer hagedissen, (rugstreep)padden en salamanders vangen. Soms een nest uithalen van een Ekster of een Vlaamse gaai; die vogels kon je tam maken en ze bleven bij je totdat ze weer verwilderden.

De rugstreeppad plantte zich massaal voort in net gegraven poelen b.v. bij terreinaanleg of ontginningen.

Salamanders in veel poelen, de hagedissen, (Levendbarend of Zandhagedissen) massaal (weg)gevangen, ze zaten vaak in een bepaald, (overgebleven), stukje en er werd net zolang jacht opgemaakt totdat we er geen meer vonden.

Ouders bemoeiden zich er nauwelijks mee, we verhandelden die beestjes voor een dubbeltje, de “koninkjes” voor een kwartje.

Mee naar huis, vaak in de kelder in een emmertje of een ander primitief opvangbakje, daar ontsnapten ze dan vaak uit, verdroogden of werden al eerder het huis uitgekieperd.

Veel is in die tijd, (jaren 60-70) verloren gegaan, ouders wisten vaak niets van natuur anders dan dat het “wild-west” was en voor iedereen beschikbaar voor vermaak. Als je er op terug kijkt jammer, erg jammer, in die tijd is er veel verloren gegaan.

De Brunssummerheide heb ik in die zin hard achteruit zien gaan, de latere druk van regionale bezoekers, toerisme en b.v. de vele mountainbikers is vanuit natuuroogpunt een gruwel te noemen, zeker op de “mooie” dagen en in de weekends, een drukte van jewelste, eigenlijk te druk.

Gedurende al die jaren deden diverse boeren mee aan “natuurbevorderende” maatregelen maar dat werd als het tegen zat zomaar te niet gedaan als het stuk akker weer aan een andere boer werd verpacht. Kon je weer opnieuw beginnen met de verschraling van het grasland omdat het gescheurd werd en geïnjecteerd met drijfmest voor de maïsteelt.

Uiteindelijk moet zo wat het gehele gebied terug naar de natuur, dat stond al vast. Echter het tempo waarop dat ging was zorgelijk. In het begin was er ook geen medewerking van de gemeente. Waar maak je je druk over?

Inmiddels ziet de gemeente ook de waarde van het teruggeven van het Flinke Ven aan de natuur. Dit inzicht droeg bij tot de oprichting van Stichting Voedselbos Roerdalen.

Nu komt het echte werk waar we veel anderen bij nodig hebben, plannen maken, begroting, ontwerp, subsidies aanvragen, overleggen met belanghebbenden, de volledige opstart van het voedselbos in het Flinke Ven.

Het allerbelangrijkste is dat er wat gebeurt op het gebied van natuurversterking en bewustwording. Ons leefomgeving/milieu heeft direct met onze gezondheid te maken.

Die bewustwording is inmiddels zelfs cruciaal voor het voortbestaan van onze soort. Corona is een voorbode van wat ons te wachten staat als we door blijven gaan met de veronachtzamen van onze natuur/leefomgeving, het moet meer in balans.

Ik ben zelf erg blij wat terug te kunnen doen voor de natuur, mede uit schuldbesef, als compensatie voor mijn baldadige, maar ook “onbewuste’ jaren, het besef van de waarde van alles kwam namelijk veel later….

Wij hopen, maar gaan er ook van uit, dat we veel support gaan ontmoeten om van dit initiatief een succes te maken; naast geïnteresseerden en enthousiaste vrijwilligers speelt geld daarbij uiteraard een grote rol, dus als je denkt, ik heb daar wat voor over en ik kan het missen, doe een donatie voor de verdere ontwikkeling van dit broodnodige initiatief.

Die natuurontwikkeling kreeg een impuls toen wij die prijs in 2015 toegekend kregen, wij konden met behulp van vrijwilligers, IKL en de Provincie Limburg, (die had het stuk Landschapsdroom aangekocht) aan de slag. Dat hebben we nu zo’n 5 jaar gedaan maar zoals gezegd de laatste jaren nekt de droogte de verdere ontwikkeling, er moet iets aan de verdroging gedaan worden anders is het gebied verloren. Dit gebied is ook de spons voor alle achterliggende natuurgebieden als Turfkoelen, Bolbergweg en Herkenbosscher Broek. Een corridor tussen 2 natura2000 gebieden en perfect als toevoeging aan het NNN, (NatuurNetwerkNederland). Het succes van “onze landschapsdroom” is afhankelijk van het gehele gebied Flinke Ven.

In samenspraak met de Provincie kwamen we op het idee een voedselbos op te starten vanwege de positieve, (ook educatieve), rol die zo’n bos kan spelen. Bewustwording is een must om meer draagvlak te creëren om te komen tot een andere aanpak van met name de natuur maar ook de landbouw, hulp kregen wij uit onverwachte hoek, de stikstofcrisis! Deze crisis onderstreepte de natuurproblematiek, de bedreigingen stikstof, overbemesting en droogte kwamen vol op de agenda, de regering kon er niet meer omheen net als de lokale overheden. Het moet anders, de natuur moet versterkt worden, er komen middelen vrij, er komt hulp van veel kanten. De gemeente begon mee te denken en wilt grond beschikbaar stellen. Wij moesten het wel professioneler gaan aanpakken, het project mocht geen inval/oprisping zijn van deze of gene, de ontwikkeling moet overdraagbaar zijn op jongere generaties, daarnaast is het een project dat nogal wat tijd in beslag neemt, alleen de opstartfase duurt al 5 jaar, het moet dus zijn tijd krijgen, 50 jaar is niets.